Eén van de lansbrekerouders belde. Ze deed mee aan een aantal sessies van de lansbrekersbeweging, ontving op de laatste bootcamp in maart 2017 haar speld en deelt de manier van kijken en doen van de lansbrekers. Ze voelt zich een lansbreker en voelt zich verbonden met de beweging die gericht is op oplossingen, op de samenwerking en die het kind centraal stelt.
Ze had een vraag.
“Een ouder vraagt of ik meega naar een moeilijk gesprek en mag ik dat doen als lansbreker?” Ze legt me kort de situatie voor. Zoals alleen zij kan: in twee minuten vertelt ze twee levens en brengt ze het hele probleem terug tot één kern: gaat er iemand tijdelijk betalen voor het leerlingvervoer nu vader als vaste vervoerder door ziekte is uitgevallen.
Er zou een overleg plaatsvinden met jeugdarts, mensen van het zorgloket van de gemeente, orthopedagogen van twee samenwerkingsverbanden, twee directeuren samenwerkingsverbanden en de leerkracht van het betreffende kind. Doel van het overleg: het kind moet naar een andere school. Het feit dat vader door ernstige ziekte tijdelijk het vervoer van zijn kind niet kan verzorgen was de aanleiding om de onderwijsondersteuning van dit kind maar op de kop te zetten. Dat was het idee.
“Natuurlijk ga ik voor een oplossing en de samenwerking. Maar het kind moet wel centraal! Het is toch helemaal geen goed moment om alles op de kop te zetten? Het kind zit daar goed! Als het kind er maar kan komen nu de vader zo ziek is.” Een mooie pragmatische aanpak. Lansbrekerachtig!
“Als het helpt om je als lansbreker te presenteren: prima! Ik hoor graag hoe het uitpakt.” Ouders mogen zich in gesprekken zoals deze altijd laten ondersteunen. In iedere gemeente is daarvoor onafhankelijke clientondersteuning beschikbaar. Dat kunnen professionals zijn, maar soms ook (ervaringsdeskundige) vrijwilligers.
Ze belde niet veel later terug.
Ze had een gaaf gesprek gehad. Ze had zich voorgesteld als ondersteunende ouder en lansbreker. Ze had zelfs haar lansbrekerspeld opgedaan. Ze had de aanwezigen eerst maar eens ter kennismaking gevraagd naar hun ervaringen met het kind van vader. Zij vond het een leuk kind die het goed deed onder de bijzondere en verdrietige omstandigheden, had ze zelf verteld. Ze had er van opgekeken dat er een aantal mensen aanzaten die het kind niet eens kenden.
Vervolgens had ze maar eens gevraagd waar het gesprek over ging: over de plek van het kind op school of over de manier waarop hij op school kon komen, zolang vader ziek was. Ook dat was een verrassende wending voor de deelnemers aan het overleg. Toen ze, net als bij mij eerder aan de telefoon, in twee minuten de situatie schetste en de oplossing -betaal voorlopig even het vervoer- erbij deed was de zaak snel beklonken.
Er werd een nieuwe afspraak gemaakt voor over een aantal maanden om het over de schoolplek te hebben van het kind. Dat kon best nog even wachten, vond ineens iedereen aan tafel.
“Heb ik het goed gedaan zo als lansbreker?”
“Heb je het kind geholpen? Hielp je naar een oplossing? Heb je de samenwerking ondersteund? Dan was je volgens mij een echte lansbreker!”