Juf Kiet is goud waard

Verschenen bij Ouders & Onderwijs

Afgelopen weekend zag ik de ‘De kinderen van juf Kiet’. Een film over een schoolklas met migrantenkinderen. De film was bejubeld bij de première en mijn verwachtingen waren dan ook hoog.

De film begint met juf Kiet die de spullen voor haar klas klaarlegt. Daarna neemt de film ons mee in het klasseleven van juf Kiet en haar leerlingen. We zien kinderen worstelen met het Nederlands, met rekenen en met letters, we zien ze hun best doen, we zien hun alledaagse zorgen. Na bijna twee uur film eindigt de film ook weer met juf Kiet, alleen in haar lokaal.

De film registreert het klasseleven, maar zegt er niets over. We zien juf Kiet en we krijgen een inkijk in haar pedagogisch handelen. We kunnen zien dat ze dingen ‘juffig’ doet zoals je zou verwachten dat een juf dingen doet. Ze heeft geduld, is richtinggevend en stelt kaders voor haar leerlingen.

Door de platte registratie en het gebrek aan context dat de film biedt, roept de film vragen op. De registratie is niet duidend, geeft geen kaders, nergens is er een reflectieve afstand. Er wordt dicht op de kinderen gefilmd. Kinderen die nergens in de context van hun familie getoond worden. Alleen Jorj, één van de aandoenlijke hoofdpersonen, zit met zijn broertje in de klas. De andere hoofdpersonen staan los van hun sociale omgeving en worden alleen in de relaties in de klas getoond.

De film riep dus vragen op. Waarom deze film? Wat is de relevantie als enige duiding in de film achterwege gelaten wordt? Waar baseert juf Kiet haar handelen op? Je kunt vermoeden dat ze vanuit een zekere overtuiging haar taak uitvoert, maar nergens wordt iets duidelijk over die overtuiging. Daarbij roept haar handelen hier en daar vragen op die, door het gebrek aan duiding en context, onbeantwoord blijven.

Het gebrek aan duidelijkheid over de relevatie is mijn eerste bezwaar. Natuurlijk is mij bekend dat er migranten in Nederland komen die naar school moeten. Ik ken ook de discussies die dat momenteel oplevert. Deze film voegt daar niets, behalve een kale registratie, aan toe. Wat hebben de filmmakers voor ogen gehad bij deze registratie? Ze hebben geruime tijd gefilmd, hebben hun keuzes gemaakt uit de beelden en hebben dus iets voor ogen gehad. Dat wordt niet duidelijk. De film had kunnen bijdragen. Het had de verhalen in context kunnen plaatsen, had ervaringsgegevens kunnen toevoegen aan het klinische debat. We weten nu alleen dat de kinderen soms Jorj, Leanne of Haya heten en dat het net gewone kinderen zijn. We missen de context van deze personages, missen hun doelen, wensen en behoeftes. Wat mij betreft een gemiste kans van deze film.

Pedagogisch handelen

Het eerste moment waarbij ik opveer is het eerste moment dat juf Kiet een kind aanspreekt op het feit dat hij wegkijkt als ze hem toespreekt. “Ik vind dat onbeleefd, ik wil dat je me aankijkt?”. In de hele film zitten veel momenten waarbij juf Kiet eist dat kinderen haar aankijken als ze met hen praat. Soms ondersteunt ze dat door de kinderen bij de kin te pakken.
Lessen interculturele communicatie worden ineens actueel. Ik leerde dat er soms verschillen zitten in beleefdheidsvormen, zeker bij de culturen rond de middellandse zee en West-Europa? Daar waar in West-Europa aankijken geldt als respectvol is dat juist in culturen rond de middellandse zee het meest onbeschofte dat je kunt doen. Wat doet juf Kiet met kinderen die ze (in het Nederlands) vraagt om haar aan te kijken én beleefd te zijn? Zeker voor kinderen die vanuit een andere traditie zijn groot geworden lijkt dat een bijna onmogelijke opdracht. Zou het niet wenselijker zijn om het met kinderen, vanuit verwondering, over deze verschillen te hebben?

Het is op deze momenten dat ik graag van juf Kiet, reflecterend op zichzelf en haar eigen gedrag, zou horen wat haar keuze bepaalt om het te doen zoals ze het doet. Want het maakt steeds een oprecht betrokken indruk.

Onveiligheid

Kinderen leren alleen als ze zich veilig voelen. Dat lijkt me een onomstreden wetmatigheid. Door kinderen los te registreren van hun context mist de film die veiligheid. Waar halen ze deze veiligheid? Je ziet ze worstelen met deze vragen: ze zoeken houvast bij elkaar en uiteindelijk gaan ze allemaal voor de bijl voor de complimenten, de stickers en de aanmoedigingen van juf Kiet. Aanmoedigingen die ze voor ieder kind, zonder uitzondering heeft. Het leidt geen twijfel dat juf Kiet op haar plek zit: ze heeft het geduld en de betrokkenheid dat je van een juf verwacht.

Desalniettemin roept de registratie vragen op. Kinderen worden in onveilige situaties gebracht (kijken naar jezelf in de spiegel, Nederlands praten, rekenen zonder de mogelijkheid om vragen te stellen). De gunst van de juf is daarbij leidend voor het gedrag dat ze uiteindelijk vertonen. Twee kinderen in het bijzonder (Branche en Leanne) vallen op door hun aanpassingsvermogen. Ze doen precies wat juf leuk vindt en hebben het mede daardoor goed. Ze komen in de film dan ook minder aan bod dan hun dwarsere klasgenoten Jorj en Haya.

Met name met Haya heb ik te doen, als het om haar onveiligheid gaat. Haya heeft de neiging om kinderen vast te pakken. De aanpak is een gedragstherapeutische: stickers voor goed gedrag, waarbij dat goede gedrag nauw omschreven is. Nergens laat de film de onderliggende vragen zien die zich bij dit gedrag ook kunnen opdoemen: waar is de behoefte van Haya en wat maakt dat ze in het bereiken van die behoefte alleen deze strategie kent? Kent ze haar eigen behoefte? Heeft ze alternatieven? Kan ze die zelf ook bedenken? Haya leert, met de gedragstherapeutische stickers alleen wat wenselijk gedrag is. Ze leert niet zelf dat soort oplossingen te bedenken.

Meer impliciet leert deze aanpak kinderen dat ze afhankelijk zijn van de gunst van volwassenen (in dit geval juf Kiet) die hun goedkeuring moeten geven aan gedrag. Of Haya dat gaat doen, of zich meer en meer zal gaan richten op de gunst van volwassenen is de vraag.

Het zijn een paar punten die me bezighouden na het zien van de film. Moet iedereen de film gaan zien? De film is via www.filmthuis.nl in je thuisomgeving tot 18 januari nog te bekijken. Hij draait ook in filmhuizen. De film duurt lang en kent weinig contrast. Het kabbelt en wordt nergens spannend. Daar waar kinderen iets bereiken (Jorj met een tafeldiploma, Haya met een diploma voor goed gedrag) missen die momenten door de manier van registreren gelaagdheid. De vragen die het bij mij, vanuit mijn agogische achtergrond, oproept zullen niet bij iedereen leven. Het zijn echter wel de vragen die voor die extra gelaagdheid zouden kunnen zorgen.

Juf Kiet is ondertussen, ondanks de vragen die ik stel bij haar (pedagogisch) handelen, goud waard. Ze is de juf die je wenst voor je kinderen en het is de juf die je toewenst dat ze met collega’s naar haar handelen kan kijken. Net zoals je hoopt dat ze ook de ouders van haar kinderen kent.