Een kind te leen

Ouders en onderwijs zouden een partnerschap moeten aangaan. Dat zijn althans de ideeën rond ouders en onderwijs. Ik ben het daarmee eens. Een kind heeft recht op betrokken ouders en deskundige leerkrachten. Daar waar daar twijfel over is moeten die ouders en het onderwijs elkaar daarop bevragen. Logisch. Niet logisch, getuige de moeite die het kost om op een constructieve wijze in gesprek te gaan.

Ouders en onderwijs verstaan elkaar niet altijd even goed. Dat daarbij wat aan ouders mankeert is duidelijk. Ouders zijn niet in staat om op een fatsoenlijke manier hun kroost op te voeden. Kinderen krijgen niet meer genoeg te eten en geld verdienen is belangrijker dan kinderen. Kinderen zijn voor het gros van de ouders niet meer dan een statussymbool dat keck staat op de achterbank van een grote Volvo.

Maar daarover staat al genoeg op internet. Bijna alle zichzelf respecterende meningdragers (linkedin, twitter, etc) hebben wel ergens een lijstje wensen ten aanzien van ouders opgeschreven. Kern is steeds bovenstaande analyse.

Wat ik daarom graag wil doen is de andere kant belichten. Ik zou erg graag, vanuit de ouderpositie, het onderwijsveld willen helpen.
Eigenlijk heb ik maar één advies:
Benader ouders alsof je hun kind te leen hebt (gehad). En benader daarom de ouders vanuit dankbaarheid.
Simpeler kan ik het niet maken. Naast dat onderwijs natuurlijk veel deskundigheid heeft ten aanzien van de didactische ontwikkeling van kinderen heeft ze natuurlijk zelf geen kinderen. Die moeten ze lenen in het concept dat leerplicht heet. Ouders lenen hun kinderen uit.

Waarom is dit nu zo belangrijk.
Een leerkracht die snapt dat zij slechts een korte passant is in het leven van dit kind zal haar deskundigheid ten behoeve van ouders inzetten. Bovendien voelt deze leerkracht een verantwoordingsplicht ten opzichte van de ouders. En misschien is dat wel de relatie die er zou moeten zijn tussen ouders en onderwijs.