(geschreven voor netwerkouderinitiatieven.nl en ook daar te vinden)
In hoeverre hebben ouders informatieplicht om de school te informeren over de ondersteuningsbehoefte van hun kind en wat houdt deze informatieplicht in?
Uitgaande van de wenselijkheid van goed overleg tussen school en ouders om tot een passend onderwijs arrangement te komen, roept deze eventuele informatieplicht vraagtekens op. Wat houdt deze dan in en hoe verhoudt deze zich tot de relatie tussen school en ouders?
Na het op een rijtje zetten van relevante informatie uit de wet, referentiekader en informatie van het ministerie over dit onderwerp, volgt hoe dit zich verhoudt tot de uitgangspunten van passend onderwijs, de positie van ouders en de samenwerking met de school.
Mocht je hierop aanvulling hebben of vanuit je praktijk kennis van hebben dan stellen wij het zeer op prijs dit kenbaar te maken via het reactieformulier.
Wat wordt er zoal gezegd en geschreven?
Op www.passendonderwijs.nl staat: “als u denkt dat uw kind extra hulp nodig heeft, kunt u dit doorgeven bij aanmelding”. Dat lijkt in niets op een harde verplichting. In de wet Passend Onderwijs wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de deskundigheid van ouders en van school. Een ouder die zich kan uitspreken over de behoefte aan onderwijsondersteuning, is daarmee in tegenspraak.
Het referentiekader biedt wellicht uitkomst. Het referentiekader, waar verschillende partijen lange tijd aan geschreven hebben stelt (pag 13): “ouders informeren daarbij over alle relevante zaken die de zorg en ondersteuning van hun kind betreft.”. Dit lijkt wel een hele brede opdracht, al biedt de term ‘relevante’ ruimte. De beoordeling van de relevantie van informatie is voor de rest van de wet niet aan ouders. Het zou vreemd zijn als hier ineens wel die deskundigheid aan ouders wordt toegedicht.
Scholen hebben een professionele uitwisselingsplicht. Ouders conformeren zich hieraan bij aanmelding op een school. Bij het daadwerkelijk overgaan tot professionele uitwisseling dient een school dit kenbaar te maken aan ouders. Het referentiekader laat in het midden of ouders hiervoor toestemming moeten geven. Dit lijkt in strijd met de Wet op de Bescherming van Persoonsgegevens. Deze wet geeft weliswaar de mogelijkheid om uitzonderingen te maken, maar het lijkt niet denkelijk dat een gewone onderwijspraktijk onder de uitzonderingen van deze wet kunnen vallen.
Positie ouders
Een van de speerpunten van Passend Onderwijs is de versterking van de positie van ouders. Een belangrijke pijler onder dit speerpunt is de zorgplicht. In de uitwerking van de wet betekent het dat de versterkte positie van ouders bereikt wordt doordat zij niet langer met een kind hoeven te shoppen langs scholen. Borging van de positie van ouders door wetgeving is niet de keuze geweest van het vorige kabinet. Er wordt verwezen naar de medezeggenschap en de ondersteuningsplanraad. Individuele ouders kunnen via formele procedures hun klachten kenbaar maken. Ook daarin is geen voorziening getroffen in de zin dat een kind onderwijs blijft genieten totdat de klachtenprocedure is afgerond.
Zorgplicht
De zorgplicht kent vier aspecten: informatie, communicatie, ondersteuning en medezeggenschap. Bij informatie noemt het referentiekader de plicht van het samenwerkingsverband om het regionale onderwijsondersteuningsplan voor ouders toegankelijk te maken. Het referentiekader vermeldt niet de grenzen aan deze toegankelijkheid: gaat het erom dat ouders de beschikking hebben over dit technisch ingewikkelde plan, of gaat het erom dat (alle) ouders ook snappen wat er staat en wat het betekent? Ook hier spreekt het referentiekader zich dus niet uit.
Voor ouders moet het met Passend Onderwijs duidelijker worden wat elke school te bieden heeft, welke expertise er in de school is en wat er gebeurt als er iets extra’s nodig is. Zaken die het onderwijs nu voor ouders soms diffuus maken. Die duidelijkheid is in ieder geval wenselijk. Het blijft een vraag in hoeverre het onderwijsveld in staat is om de diffuse samenhang van zorgstructuren en extra ondersteuningen op een begrijpelijke manier aan (alle) ouders uit te leggen.
Vrije schoolkeuze
Voor ouders geldt een recht op vrije schoolkeuze. Als een kind een extra ondersteuningsvraag heeft is die keuze beperkter. Dit mag echter weer niet in strijd zijn met de Wet op de Gelijke Behandeling bij Handicap of Chronische Ziekte. Ook hierin ligt er een taak voor de interpretatie van de verschillende wetteksten. Daar waar de WgbH/CZ duidelijkheid verschaft, mogen onderwijsbesturen zich beroepen op een onevenredige belasting. Maar wat is nu onevenredig en wat geldt nu eigenlijk als belasting?
Individuele ondersteuning
De wet voorziet wel in individuele ondersteuning van ouders. Overigens zonder dit te specificeren of nader in te vullen. Het is ook onduidelijk of deze individuele ondersteuning in de bekostiging van Passend Onderwijs valt of dat de betaling van deze individuele ondersteuners aan de hoogste bieder is. Die individuele ondersteuning is een pijler onder de zorgplicht en zou de positie van ouders dus moeten versterken. Ouders zouden die rol voor elkaar kunnen vervullen.
Hoe meer je je verdiept in de materie rond de informatieplicht en de aangrenzende wetgeving hoe onduidelijker het wordt: – Er staan geen duidelijke richtlijnen op papier, – daar waar duidelijkheid wordt verschaft is dit in strijd met de tendens in de rest van de wetgeving, – daar waar de ene wet duidelijk is, schept andere wetgeving weer onduidelijkheid, – de ondersteuning van ouders is geregeld in de letter van de wet, maar niet in de praktische uitwerking.
Samenwerking
Al met al levert het stof tot samenwerking op voor ouders. Samenwerking met andere ouders in gelijke situaties. Samenwerking met onderwijs om tot goede sluitende afspraken te komen. Taak aan het onderwijs is het om de onduidelijkheden in de wet genereus en vanuit de partnerschapsgedachte in te vullen. Op lokaal en regionaal nivo zijn er voorbeelden van waar dat goed verloopt. Dit is echter geen verdienste van de wetgeving: het is een verdienste van de mensen in dat veld die de spelers op dat veld serieus nemen.
Advies
Vooralsnog lijkt het belangrijkste advies aan ouders dat ze de regie over (de zaken rond) hun kinderen moeten houden. Regie over de uitkomsten van onderzoeken, regie over de onderzoeken, regie over aanvragen, indicaties en rapportages. Om daar waar nodig, als er met de individuele ondersteuning geen duidelijkheid komt, gewoon de formele procedures te volgen. Niet zozeer ten faveure van een individueel kind, maar ten faveure van de onduidelijkheid die de wetgever in dezen laat bestaan. Dat lijkt samenwerken ‘met de handrem erop’, maar lijkt in de huidige onduidelijkheid en vanuit het belang van kinderen het enige juiste.
Geraadpleegde pagina’s en links