Impressie bijeenkomst Emiel van Doorn

25 september 2012, Universiteit Twente, Vrijhof
Georganiseerd door stichting Ouders&OnderwijsTwente
Cursief staan uitspraken van Emiel van Doorn.

Zo’n zestig mensen kwamen deze avond naar Enschede om te komen luisteren naar de gedachten van Emiel van Doorn. De komst naar een lezing over passend onderwijs, over hoe je na kunt denken over je omgang met kinderen, op een dinsdagavond in september beschouwde hij als een cadeau aan de kinderen die van hen afhankelijk zijn. De bezoekers waren ouders, onderwijzers en mensen uit de zorg.

Emiel komt uit de hoek van de positieve (ontwikkelings)psychologie en hij ontving zijn opleiding van vooraanstaande internationale wetenschappers op dit gebied. Hij is oprichter van Stibco en beijvert daarmee het gebruik maken van de wetenschap van de positieve (ontwikkelings)psychologie in het onderwijs en de opvoeding.

“als je niet voor iemands kwaliteiten gaat moet je van zijn gebreken afblijven”

Er voltrok zich een boeiende lezing die zich moeilijk in een aantal punten laat vangen. Het zou Emiel tekort doen wanneer de lezing zich zou laten samenvatten tot een aantal hapklare brokken. Emiel hanteert geen methode. Het werken volgens methodes komt vanuit een andere hoek: de hoek van de pedagogiek en de didactiek. Emiel vindt zijn basis in de positieve (ontwikkelings)psychologie. Een tak van sport die in Nederland weinig voet aan de grond heeft, maar internationaal als standaard geldt.

Als voorbeeld noemt Emiel Finland: bekend van “het Finland-fenomeen “: goed onderwijs, hoog aangeschreven opleidingen, empowered leerkrachten. Nederlandse docenten kunnen wel gaan kijken in Finland, maar ze zullen er niets gaan leren. Het Finse systeem kent namelijk wezenlijk andere keuzes die inclusief onderwijs veronderstellen. En ondanks dat Passend Onderwijs een stap in de goede richting is blijft Nederland achter als het gaat om de basale keuze voor het kind.

“als regels belangrijker zijn dan mensen, moet je de mensen maar weggooien”

Emiel neemt in alles zichzelf mee. De basis van zijn carrière ligt in zijn eigen schoolcarriere en zijn levensloop. Emiel groeide op in internaten, bezocht het BLO, kreeg stempels (MBD, contactgestoordheid, woordblindheid, een iq van 83) en gedroeg zich naar zijn stempels.

Op indringende wijze wist hij duidelijk te maken hoe een kind altijd zoekt naar veiligheid en hoe opvoeders (ouders, begeleiders, leerkrachten, etc) zich nauwelijks bewust zijn van de macht die een kind heeft om zijn eigen veiligheid te borgen. Ook de vragen uit de zaal maakten dit duidelijk: er is geen basisregel bij opvoeding om kinderen aan tafel te krijgen bijvoorbeeld. Het gaat altijd om de relatie die je hebt met dat kind, op dat moment, in die situatie.

“ik kan niet overtuigen, maar zal wel overtuigend zijn.
Ik tracht de ander te overtuigen van mijn overtuiging, niet van mijn gelijk”

Emiel gebruikt veelvuldig de termen confronteren en reflecteren. Tijdens de lezing neemt hij regelmatig een stap terug om te reflecteren op wat er op dat moment gebeurt. Kinderen hebben recht op die reflectie volgens Emiel. Vragen als: wat gebeurt er, wat zegt dit gedrag over mij als begeleider, wat is de boodschap achter de boodschap.

“Passend onderwijs doe je met zijn drieën: leerling, leerkracht, ouders”

Hij is een fervent voorstander van Passend Onderwijs. Hij is blij dat hij nu toch nog een soort tweede mammoetwet mag meemaken, want er staat met de invoering van Passend Onderwijs wat te gebeuren. Zijn meest recente informatie is dat de positie van ouders er beter op wordt: ze krijgen iets te zeggen over het individuele ontwikkelingsperspectief en krijgen het recht op deskundig en onafhankelijk advies bij de beoordeling van hun kind. Ouders moeten samen met leerkrachten zorgen dat de leerling centraal staat. Dat creëert mogelijkheden, maar ook verantwoordelijkheden.

Prima, volgens Emiel, die graag ziet dat het onderwijs afstapt van het medisch model (klacht- en probleemgericht) en een beweging maakt in de richting van de positieve (ontwikkelings)psychologie (kindgericht). Het is volgens hem het enige mogelijke antwoord op de vragen die Passend Onderwijs stelt aan het onderwijs.

“negatieve aandacht bestaat niet. Er bestaan wèl kinderen die (nog) geen aandacht kunnen ontvangen”

Het werken met handelingsplannen, gericht op de belemmeringen zegt iets over hoe we kijken naar kinderen. Doordat we nu naar een ontwikkelingsperspectief gaan komt er meer ruimte om te kijken naar de kwaliteiten van het kind. En kijken naar kwaliteiten levert veel meer op dan kijken naar belemmeringen. Het zelfbeeld van een kind gaat staan naar wat de omgeving het kind vergunt: als we het kind belemmeringen opleggen, zal het zich daarnaar gaan gedragen.

Bijzonder in het persoonlijke verhaal van Emiel is zijn “tipping”-point: het moment waarop zijn levensloop zich keerde en hij toekomstperspectief zag. Het was een moment dat nauw verband hield met een leerkracht die geloof had in zijn kunnen en daarin niet klachtgericht optrad. Deze leerkracht maakte het verschil op dat moment. Het is meteen ook een boodschap aan de zaal: iedereen kan op ieder moment het verschil maken voor een ander.

“We zijn zo getraind om te kijken wat er fout gaat dat we vergeten te zien wat er goed gaat”

Als je de benadering van Emiel zou willen typeren dan doemt meteen de term “respect” op. Emiel is in zijn hele zijn respectvol. De intentie die hij heeft in de contacten die hij aangaat is een relatie te leggen. Die relatie slaagt alleen als er sprake is van wederkerigheid en als de intentionaliteit klopt (congruent is).

Het lukte Emiel om de aanwezigen goed aan het nadenken te zetten over hoe ze de dingen doen, met welke intentie en hoe ze het gedrag van hun kinderen begrijpen. Daarin was de opzet van deze avond geslaagd. Ouders&OnderwijsTwente slaagde er met de komst van Emiel van Doorn in om bezoekers inspiratie te bieden en de gedachten over onderwijs en opvoeding wat op te schudden.
Een groot aantal mensen kochten na afloop het boek van Emiel en namen de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen.

Enschede, 25/9/2012