Down and out: eindelijk een school?

Eerder schreef ik over de moeder met haar dochter met Down-syndroom die vooruitlopend op de schoolgang van haar kind alvast op zoek ging naar een passende school. Het werd een zoektocht waarbij ze weigerachtige scholen, ongastvrije schooldirecteuren en zorgplichtontwijkers tegenkwam. Zonder dat het te bewijzen is voelde moeder het goed: haar kind was niet welkom op die scholen.

Uiteindelijk leek ze een school te hebben gevonden die haar dochter onderwijs wilde geven. Toen ik de dochter met haar moeder deze week weer tegenkwam bleek niets minder waar. Er was weliswaar een school gevonden, maar wat een zoektocht werd dat.

Of haar dochter mij herkende van zolang geleden weet ik niet, maar ze maakte opnieuw gemakkelijk contact. Haar eigenwijze staartje completeerde haar open blik. Ze maakte tekeningen, kon vertellen wat erop stond (een aap en een papegaai) en ging in op verzoeken ten aanzien van de tekening. Wat een heerlijk kind!

Weigerscholen

De school die de dochter in eerste instantie welkom heette gebruikte het gehele voor-leerplichtige jaar voor onderzoek naar de mogelijkheden. Ik fronste mijn wenkbrauwen? Een aanmeldprocedure van een jaar? Duurt in deze regio het onderzoek naar de mogelijkheden voor passend onderwijs binnen een school een jaar? Tijdens het jaar werd de één na de andere functionaris toegevoegd aan het onderzoek, werd handtekening na handtekening gevraagd en was er na een jaar nog nauwelijks duidelijkheid. De wet schrijft voor dat een school zes weken na aanmelding een passende oplossing moet hebben en de school mag hier nog vier weken aan toevoegen.

Haar dochter had inmiddels twee klasgenoten met down gekregen op de school van keuze, maar toch voelde moeder het warme welkom van een jaar eerder langzaam wegebben. Haar twijfel zette ze om in steeds cynischer meewerken met weer een onderzoek en het ondertussen rondkijken naar alternatieven. Alternatieven waarvan ze inmiddels wist dat ze moeilijk vindbaar zouden zijn.

Ondertussen had haar dochter een volgende tekening gemaakt. Nog een aap en een papegaai. Ze wist het zelf uit te leggen en het verbaasde me dat er een jaar nodig was om te zien dat ook dit kind tot ontwikkeling kon komen.

Shoppen naar zorgplicht

Moeder was gaan shoppen naar een nieuwe school voor haar dochter. Het shoppen dat de wetgever met de inwerkingtreding van de wet passend onderwijs wilde voorkomen was hier gewoon nog gemeengoed. Het leek zelfs in de hand gewerkt te worden door de lankmoedige houding van school.

In een naburig dorp, weg van de grote stad met de onbegrensde mogelijkheden vond ze een school voor haar dochter. De school nam twee weken de tijd na de aanmelding om aan te geven dat ze het zagen zitten met haar dochter. Acht weken minder dan de maximale termijn, minder dan een jaar overbodig drempelverhogend onderzoek en gewoon zoals de zorgplicht bedoeld is. Het kan dus wel.

Volgende uitdaging

Dat moeder daarvoor dagelijks haar dochter vijftien kilometer moet heen-en-weer-brengen wordt een volgende uitdaging. Er zijn immers reguliere scholen genoeg in de omgeving. Een gemeente zal niet zomaar extra vervoerskosten betalen nu moeder zelf het initiatief nam. Hoe begrijpelijk die stap ook is. De school van het jaar onderzoek gaf namelijk inmiddels ook een positief besluit over de mogelijkheid tot aanmelden.

Zou deze gemeente het aandurven de rekening voor de extra vervoerskosten bij het samenwerkingsverband neer te leggen? Omdat school na school de zorgplicht ontweek, ontdook of haar eigen procedures bedacht? En gaat het samenwerkingsverband dan die scholen aanspreken op hun gedrag? En stelt het daarbij ook consequenties? En worden scholen die wel een welkom weten vorm te geven en vol te houden daar ook voor beloond? Of laten we ook deze rekening gewoon weer bij de ouders liggen?

Dochter was officieel nog niet eens leerplichtig en had inmiddels afwijzing op afwijzing gehad. Allemaal opgevangen door haar ouders die haar zorgvuldig buiten dit gebeuren proberen te houden. Het verdrag voor de rechten van personen met een handicap is inmiddels een jaar geleden geratificeerd, maar de uitwerking daarvan is nog erg ver weg. Zouden scholen zich kunnen indenken hoe het is voor ouders om hun kind steeds afgewezen te zien worden? Hoe vervelend het is om steeds weer met belemmeringen geconfronteerd te worden?

De dochter heeft de tekening meegenomen en nog maar een kleur toegevoegd. Ze drinkt uit een beker, zoekt contact met aanwezigen, kan haar beurt afwachten, kan zich verstaanbaar maken. Bij mij duurde het hele onderzoek nog geen half uurtje. Maar ja, ik ben geen school en ik zag alleen de mogelijkheden.