Zelfkritiek

Het ontbreekt in de zorg aan zelfkritiek.

20130803-114415.jpgZo dat staat er. Daar begon de afgelopen dagen een gedachtenspinsel mee, zo kort voordat ik mijn werk in die zorg na mijn vakantie weer oppak. De reden hiervoor leg ik graag uit.
Binnen mijn werk is er iets veranderd. Teneinde meer grip te krijgen op processen zijn zorgpaden ingevoerd. In de praktijk betekent dat dat iedere vrager van hulp van mijn afdeling in vijftien weken geholpen wordt. De ene vijftien weken is wat intensiever dan de ander. De programma’s kunnen verschillen, maar ook de tijd van het jaar, de toevalligheid van veel vrije dagen in je therapieweken zorgen voor de verschillen.
De invoering wordt natuurlijk ingegeven door een managementbehoefte aan sturing. Hoogopgeleide professionals kun je immers niet om een boodschap sturen en dienen zich in een keurslijf te persen dat door de manager te lezen is in een excelsheet. “Spreadsheet-terrorisme”.
Analyse van “problemen” ontbreekt. De cijfers in de spreadsheet blijken vaker niet dan wel te kloppen en de meeste tijd gaat zitten in het updaten van cijfers.

We helpen daar nog steeds mensen met problemen.

De invoering wordt ook verkocht door te stellen dat de mensen die hulp van ons vragen graag het soort duidelijkheid wil dat we creëren met de zorgpaden. En die vlieger gaat wat mij betreft dus niet op. Dit zou namelijk veronderstellen dat mensen met problemen in staat zijn om een scala aan hulpaanbod op zijn merites te kunnen beoordelen om daarna tot een weloverwogen keuze te kunnen komen.

We kunnen mensen die met hun problemen geholpen moeten worden niet serieus genoeg nemen. Wie mijn werkwijze en denktrant kent weet dat ik dat doe. In dit geval echter is de invoering van een zorgpad over de rug van vermeende kennis bij de hulpontvanger te wijten aan gebrek aan zelfkritisch vermogen.

De mens met een probleem is namelijk allang blij met hulp. Iedere hulp. Je gaat geen probleem krijgen en eens rustig bekijken wát je daarmee gaat doen. Je wilt hulp en wel meteen. In mijn sector: als je been geamputeerd wordt wil je zo snel mogelijk hulp en heb je geen tijd om de verschillende zorgaanbieders eens tegen het licht te houden. Als je been niet geamputeerd wordt ga je ook niet de zorg in geval van amputatie tegen het licht houden.

In beide situaties is er dus sprake van achterstand in informatie bij de mens met het probleem. In dát geval is het dus onredelijk om daar inzicht in behandeling bij te verwachten. Ik heb natuurlijk onderzoek gedaan. Ik vraag wel eens of ze denken met vijftien weken uit te kunnen. Mensen kaatsen die vraag terug: “jullie hebben er over nagedacht en het zal dus wel goed zijn”.
Deze mensen weten niet dat er geen enkel inhoudelijk argument is voor het getal vijftien. Dat had ook twaalf, zestien, drieëntwintig, twee kunnen zijn. De argumenten voor vijftien zijn logistiek en daarbij gaat het vaker over de onmogelijkheden van het systeem dan over de mogelijkheden. Daarnaast budgettair. Vijftien weken levert meer op dan zestien of dertien. Hoop ik. Schat ik in.

Er is geen inhoudelijk argument voor vijftien weken, voor zorgpaden, voor de behoefte aan een dergelijk keurslijf voor hoogopgeleide professionals. Als ik mensen namelijk voorhoud dat we er ook voor hadden kunnen kiezen om mensen hun zorgbudget zelf in handen te geven, waarbij ze zelf kunnen plannen wat ze nodig achten, binnen een flexibele termijn (twee tot zes maanden) en dat ze uiteraard ondersteuning en hulp krijgen bij het maken van keuzes in ons aanbod dan kiezen mensen natuurlijk daarvoor. Zeker als ze dat afzetten tegen een vast programma in een vaste termijn op vaste tijden.

Ik ben echter de eerste om aan te geven dat ik te weinig zelfkritisch ben om de keuze van de mensen die ik bevroeg echt serieus te nemen. Daarvoor is meer nodig dan een plat gevoel en oppervlakte-analyse. Het zou alleen ook erg helpen als iedereen die nu tot het geloof van de zorgpaden behoort hetzelfde zou doen. Dan zou er namelijk echt geanalyseerd worden en zouden er echte oplossingen voor echte problemen ontstaan.

De problemen van gebrek aan sturingsinformatie bij managers reken ik niet tot echt probleem. We waren de zorginstelling immers niet begonnen om managers te helpen en we zijn ook geen opvanghuis voor spreadsheet-terroristen.