Verschenen op Ouders & Onderwijs
Ik kom uit Twente. Geboren en getogen. Een trotse Tukker.
De lokale krant hier ging een paar jaar geleden aan de haal met de voornamen van geslaagden in Twente. Alle voornamen werden vergeleken en per niveau gerangschikt. Een egalitair denker zal zeggen dat dit niets zou kunnen opleveren. Toch leverde het bijzondere lijstjes op. De geslaagden op het VMBO hadden een andere top tien in voornamen dan de geslaagden van het VWO.
Het inspireerde mij om in een workshop met leerkrachten een testje te doen. Een testje dat je ook in uitgebreidere vorm kunt vinden bij de Impliciete Associatie Testen zoals Harvard die al jaren ontwikkelt en onderzoekt. Mijn testje leverde geen wetenschap op. Wel een bijzonder gebeuren.
De aanwezige leerkrachten waren bijna feilloos in het raden van het examenniveau. Ik noemde de naam en zij riepen gezamenlijk het examenniveau. Charmaine was op die manier VMBO, Gijs kreeg een VWO. Iedereen deed zo goed mogelijk zijn best en op een enkel twijfelgeval na was de groep unaniem in zijn keuzes.
De CITO-toets werd jaren geleden ingevoerd om te voorkomen dat leerkrachten op basis van vooroordelen een schooladvies gingen geven. De toets moest zorgen voor een eerlijke indicatie van het niveau van leerlingen. Door het gewicht van de toets, het gebrek aan waardering voor uitstroomniveaus zoals het VMBO en door de wijze waarop delen van de leerlingen zich gingen voorbereiden op de toets raakt de toets de laatste jaren in opspraak. Terwijl het idee zo aardig was.
De conclusie na de impliciete associatietest die ik met de groep leerkrachten trok was natuurlijk dat de CITO-toets zo gek nog niet is. Omdat je anders je schooladvies net zo goed op voornamen kunt baseren. Dat waren ze na deze ervaring met me eens.
Toch hoor je nog vaak dat de leerkracht best een onderwijsadvies kan formuleren. Uiteraard wordt hierbij gebruik gemaakt van objectieve gegevens. Maar zou de voornaam, de afkomst, de ouders, de eigen inschatting niet ook meewegen? Wat de impliciete associatietesten ons leren is dat iedereen behept is met vooroordelen. Zelfs de egalitairste denker heeft vooroordelen. Dat is dan ook niet erg. Zolang je je maar bewust bent van die vooroordelen en je niet verliest in blind vertrouwen.
Ik ben een Tukker en woon mijn hele leven al in een stad in het Oosten. Melk koop ik in de supermarkt en niet bij de boerderij. Er wonen hier heel veel mensen die nog nooit op een tractor hebben gereden en Twente ligt niet in de Achterhoek. En ook niet andersom. Oja, en van Twente naar Den Haag is het net zo ver als van Den Haag naar Twente.