Op Twitter ontstond een mooi gesprek over een locatie in Enschede. Een locatie waar nog iets moest komen. Eén van de participanten in die discussie opperde een lunchroom waar mensen met een arbeidshandicap kunnen werken. Een mooi idee. En meteen heb ik daarbij altijd een lichtlfits van de slavernij in mijn hoofd.
Wat plekken waar deze mensen werken te maken hebben met slavernij moet ik uitleggen:
“De gast komt binnen in het emplacement dat is geschonken voor een euro door de woningbouwvereniging. Hij neemt plaats op het meubilair dat is gesponsord door het lokale bedrijfsleven. De aankleding van de ruimte is verzorgd door de dames van de Rotary van de plaatselijke afdeling. Geheel vrijwillig en zelfs zonder onkostenvergoeding. De bestelling wordt door de gast op een briefje gezet. Is het briefje klaar dan wordt dit opgehaald door een medewerker. Deze medewerker betaalt voor het feit dat hij hier rondloopt. En toch haalt hij een briefje op. Hij betaalt door middel van een dagbestedingbudget of iets van dien aard. De medewerker geeft het briefje aan de balie af aan een collega. Ook hij betaalt contributie voor zijn verblijf hier. Het genoteerde kopje koffie komt uit het apparaat dat is geschonken door de horecavereniging. Tussendoor loopt een mevrouw goedkeurend te knikken. Zij wordt betaald voor dit knikken. Zij is de begeleider.”
De slavernij zit in het feit dat de medewerkers niet betaald worden, maar dat er aan alle kanten aan deze medewerkers verdiend wordt zonder dat ze hier zelf ooit echt beter van worden. Hard werken wordt niet beloond. Het feit dat ze dagelijks hier naar toe komen, werk verrichten en niet betaald krijgen is voor mij reden genoeg om aan te nemen dat ze eigenlijk slavenarbeid verrichten.
Er zit veel goeds aan deze instellingen: mensen krijgen de mogelijkheid om in het echte leven, in het publieke domein werk te verrichten waarmee zij zich kunnen ontwikkelen. De financiële prikkel om te ontwikkelen is er echter niet. Niet voor de medewerker, niet voor de instelling en niet voor de goedbedoelende clubs die dit soort horeca ondersteunen.
Kan het dan anders? Jazeker. Dat was de bedoeling van de locatie in Enschede. Een plek waar mensen met een arbeidshandicap kunnen werken zonder dat het slavernij is. Gewoon echt werk dus. Echt werk waarvoor je betaald wordt omdat je iets verricht hebt: koffie wegbrengen, gasten begeleiden naar hun tafel, broodjes gemaakt, dienstbaar zijn. Een ouderwetse arbeidsovereenkomst dus: je doet iets en je krijgt er een afgesproken bedrag voor.
Al die zaken zijn werk en in mijn ogen hoor je voor werk te betalen. Als er vraag naar is. En daar zit de kneep. Niemand vraagt om mensen met een arbeidshandicap in de horeca te laten werken. Mensen met een arbeidshandicap werken in de horeca bij de gratie van het bestaan van allerlei goedbedoelde regelingen. Het wrange hiervan is dat dat werken van deze mensen in de horeca op zal houden als de regelingen ophouden. Niemand is namelijk echt verantwoordelijk, maar afhankelijk van externe factoren.
In de lunchroom wordt gebruik gemaakt van de Unieke Verkoop Factoren van mensen met een arbeidshandicap. Wat zijn dat dan bijvoorbeeld. Deze mensen zijn, enkele uitzonderingen daargelaten, langzaam. Ze hebben moeite met een hoog werktempo, zijn soms te pietluttig vergeleken bij normale horeca. Het unieke hieraan is dat je met deze medewerkers op een prima manier kunt onthaasten. Sterker nog: met haast moet je niet bij deze mensen aanschuiven.
De lunchroom biedt vanaf de entree een groot bad aan onthaasting. We zorgen voor een inrichting, een entourage en de inzet van medewerkers zodat onthaasting niet eens meer een keuze is binnen dit restaurant. Het is een vanzelfsprekendheid. Er draait muziek die uitnodigt om even te zuchten, nog eens lekker te gaan verzitten en te genieten.
Aan onthaasting is genoeg behoefte. Denk ik. En onthaasten kunnen deze mensen met een arbeidshandicap als geen ander. Ze kunnen zelfs niet anders. Daarbij zijn ze op dat moment niet eens lui of sloom te noemen: het is gewoon hun eigen passende tempo.
En dan is het ineens Echt Werk. Werk waar behoefte aan is, waar vraag naar is.
De giften van overheden, Rotary’s en andere goedbedoelenden zullen we genereus aanvaarden. We zullen daarvan met het team avonden organiseren met thema’s die aansluiten bij de lunchroom: onthaasten. Om zo het belang van onthaasten verder te verspreiden.