Ontwaakt

(leestijd: 3 minuten)

De wekker gaat af. Het is kwart over zes, al weet hij dat het eigenlijk achttien na zes is, want het is woensdag en in het weekend is de wekker gelijk gezet. De wekker loopt slecht. In een week wel zeven minuten. Iedere morgen rekent hij de tijd terug. Hij is dan eigenlijk al wakker, maar houd zijn ogen gesloten en zijn lijf stil.20120516-214326.jpg
De wekker gaat opnieuw om half zeven. Hij kan nog vijftien minuten stil liggen. Hij voelt zijn eigen warmte in de dekens en voelt hoe zijn arm warm wordt nu hij die weer onder de deken heeft gelegd. Hij voelt hoe zijn partner zich bijdraait. Haar wekker zal zo afgaan. Hij doet altijd net alsof hij die niet hoort. Hij hoort de wekker wel. Haar wekker heeft een nare hoge piep en ze laat hem altijd zeker zes keer afgaan. Hij is het eigenlijk al zat na twee keer. Hij weet dat zij wakker is, maar ze zeggen niets tegen elkaar. Degene die begint te praten is af.
Hij heeft nog zeker zes minuten nu. Zijn voeten worden koud. Hij stopt ze verder onder de dekens. Hij voelt aandrang om te gaan plassen. Hij neemt een slok water. Een slok water uit de fles die hij gisteravond heeft klaargezet en waar hij precies tot onder het etiket gisteren het water heeft uitgedronken.
Plassen mag pas na de tweede wekker. Hij rust uit. De fles is leeg nu en de aandrang wordt heftiger. Hij kan er pas over vier minuten uit. Hij probeert zich te concentreren op andere dingen, maar alle andere dingen beginnen te plassen. Wanneer hij nu uit bed gaat om te plassen is hij beneden als zijn wekker afgaat. Hij zal zijn vrouw ergeren en het laatste dat hij nu wil is zijn vrouw ergeren. Hij blijft stil liggen.
Hij wil de wekker niet verzetten, want dan kan hij morgen niet het verval uitrekenen. Het verval is niet iedere week hetzelfde. Dat is bijzonder heeft hij gelezen. Hij heeft internet afgespeurd naar de nauwkeurigheid van digitale klokken en gezien het feit dat hij er nauwelijks teksten over vond zal niemand dat ooit hebben beziggehouden. Toch vond hij een tekst die stelde dat de nauwkeurigheid van digitale klokken ongekend is. Alle klokken lopen precies behalve de zijne.
Hij heeft als enige een niet nauwkeurige digitale wekker.
Het duurt nog drie minuten voordat hij kan gaan plassen. Dan is de wekker afgegaan en kan hij de snooze-knop nog een keertje indrukken. Na de snoozeknop duurt het precies 12 minuten voordat zijn telefoon een wektoon geeft.
Die 12 minuten gebruikt hij effectief. Hij gaat naar het toilet, meteen na het indrukken van de snoozeknop. Hij neemt zijn fles water, gooit die bij het afval en drinkt uit het kommetje van zijn handen een slok water bij de kraan.
Hij droogt zijn handen niet. Hij laat ze langs zijn lijf afhangen en droogt ze aan de lucht. Als hij boven is ruikt hij zijn handen en voelt hij of ze nog nat zijn. De laatste druppels schudt hij af bij zijn bed. Hij kruipt nog eenmaal onder de dekens. Acht minuten nog.
Hij sluit zijn ogen en ademt zwaar. Als hij zwaar ademt denkt zijn partner dat hij slaapt en krijgt hij geen vragen. Hij ademt zwaar en kijkt door één oog naar de wekker. Nog zes minuten.
Zijn voeten worden koud en hij stopt ze beter in de dekens. Hij voelt de warmte van de dekens en hij voelt nu hoe zijn vrouw ongedurig wordt. Zijn vrouw gaat altijd iets eerder uit bed om hem er daarna uit te manen. Het duurt nog vier minuten voordat zijn telefoon afgaat.
Hij besluit de radio aan te zetten. Eigenlijk is het geen besluit. Eigenlijk doet hij dit altijd. Zes blokjes volume van de veertig. Radio één. Het gewauwel brengt zijn ontspanning terug. Hij ademt zwaar. Wakker. Geheel en al ontwaakt.

Print Friendly, PDF & Email