Ouders zijn geen professional

Verschenen op Ouders & Onderwijs

Tijdens de thuiszitterstop verzorgde Ouders & Onderwijs onderstaande inleiding voor het gesprek over Ouders als partner. Ter informatie hierbij de volledige tekst. In het thuiszitterspact is overigens geregeld dat ouders vanaf het begin betrokken moeten worden in het overleg over hun kinderen. Ouders &  Onderwijs omarmt die afspraak, net als vele oudergroepen, van harte. 

Ouders aan tafel

Ik ben gevraagd om een inleiding te geven voor deze gespreksronde. Ik ben ouder, maar hier vooral als adviseur van Ouders & Onderwijs, waar ik me nauw bezighoud met de situaties rond thuiszitten. Alle situaties van thuiszitten kennen hun eigen individuele schrijnende geschiedenis. Ze zijn divers, niet eenduidig en ook oplossingen zijn nooit eenduidig. Er zijn wel parallellen te ontdekken. Maar eerst een kort voorbeeld:

Anne, moeder van Ruud, werd uitgenodigd voor een overleg door de mentor van Ruud. Ruud was al een tijdje thuis, hij voelde zich niet lekker, ging niet graag naar school. Anne gaat nietsvermoedend naar school voor het overleg. Daar wordt ze geconfronteerd met een vergadertafel waar niet alleen de mentor, maar ook de zorg coördinator, de schoolarts, de leerplichtambtenaar en een stagiaire zijn aangeschoven. Anne voelt zich geïntimideerd, maar weet zich te onthouden van toezeggingen. Die werden wel gevraagd.

In alle situaties die we bij Ouders & Onderwijs horen en meemaken gaat er iets mis in de communicatie. Het is ouders niet duidelijk, het is kinderen niet duidelijk of het is school niet duidelijk hoe dingen moeten verlopen. Partijen zijn te hard bezig elkaar te overtuigen en hoe harder ze dat proberen hoe minder dat lukt. Procedures zijn niet altijd voor iedereen even duidelijk en de informatievoorziening is niet op orde.
Preventief zou het helpen als ouders, kind en school vanaf hun komst op school regelmatig met elkaar de afspraken ijken. Dan zouden alle partijen zich vanzelfsprekender in de afspraken herkennen.

In alle situaties spelen opvattingen over de rol en positie van deelnemers aan overleg een cruciale rol. Daarbij geldt de wetmatigheid dat hoe meer er naar de ander gewezen wordt, hoe verder de oplossing weg is. Ouders vinden dat school verantwoordelijkheid moet nemen, school vindt dat ouders beter hun best moeten doen en het kind is het sluitstuk van die openstaande rekening. Maar alles begint steeds bij de manier waarop de relatie in eerste instantie tot stand is gekomen.

Deze overlegtafel gaat over “ouders als partner”. Voor mij een vanzelfsprekendheid. Daar waar het over kinderen gaat horen die kinderen, of hun vertegenwoordigers mee te kunnen praten. Die vanzelfsprekendheid is nog lang niet overal het geval. Daar gaan we het hier over hebben. Hoe krijg je die vanzelfsprekendheid bij iedereen in de genen. Daarbij nog twee overwegingen:

  1. Ik heb grote bewondering voor de inspanningen die vanaf de kant van het ministerie, de vakorganisaties, de koepels en de toezichthouders worden gedaan om het probleem van de relatie tussen ouders-school-kinderen te helpen oplossen. De echte oplossing kan volgens mij alleen op zeer lokaal niveau: tussen kind, ouder en school tot stand komen. Regels helpen de communicatie niet; goede intenties van betrokkenen wel.
  2. Ouders als partner veronderstelt iets van gelijkheid. Het is van belang voor het begrip om te benadrukken dat ouders nooit professional in het overleg zijn, hoe ervaringsdeskundig zij ook zijn. Ouders zijn 24/7 betrokken bij hun kind en dat is het belangrijkste verschil tussen professionals en ouders, wanneer ze aan één tafel zitten. Een oplossing kan dan ook alleen werken als deze gedragen kan worden door de ouder(s). De meest ideale oplossing is daarmee niet altijd de beste, maar wel de werkbaarste.

Anne was van beroep hulpverlener. Toch voelde ze zich vooral als moeder geïntimideerd. De volgende gesprekken werden voorbereid door haarzelf. Wie zit er waarom aan tafel en wat is het doel van het gesprek. Anne oogstte daarmee veel bewondering. Ze was alleen zelf meer professional dan moeder. Ze voelde zich als moeder in het overleg niet serieus genomen en ze voelde zich regelmatig schuldig naar Ruud. Ruud zat een tijd thuis en het gehannes in de communicatie versterkte zijn schoolangst. Hij is goed terecht gekomen. Hij vond een plek bij een schoolleider die hem wel graag wilde helpen, die vanaf het eerste moment werkte aan een goede overlegrelatie met de ouders van Ruud en die het ook volhield toen de regels niet meewerkten.

Als startvraag kom ik terug op wat ik zonet aangaf: hoe kun je zorgen dat het voor elke professional vanzelfsprekend wordt om ouders vanaf het eerste begin te betrekken. Hoe zorg je ervoor dat je als ouder geen professional hoeft te zijn om met onderwijsprofessionals te praten.