Passend onderwijs of passende kinderen en ouders?

Verschenen in Sardes special nummer 22, november 2017

Ongeveer twee derde van de vragen die binnenkomen bij Ouders & Onderwijs gaan direct of indirect over passend onderwijs. Vrijwel altijd gaan ze over de relatie, over communicatie of over het gelijk. Mark Weghorst gaat hier nader op in en concludeert: een goede relatie en een goede communicatie met ouders is voorwaarde voor het slagen van passend onderwijs.

Kinderen die extra aandacht nodig hebben zijn van alle tijden. Iedereen weet uit zijn eigen schoolcarrière de bijzondere klasgenoten te noemen, kinderen die wat extra uitleg kregen, een eigen aanpak kregen of soms ineens van het toneel verdwenen omdat ze naar een andere school gingen.

Passend onderwijs heeft daar niet veel aan veranderd. Wat wel is veranderd, is de positie van ouders. Ouders zijn mondiger, ze hebben meer toegang tot kennis over allerlei zaken, die zij ook gemakkelijker delen. Dat zien we ook terug in het onderwijs. De leerkracht kan niet meer, zoals vroeger, uitgaan van het vanzelfsprekende vertrouwen van de ouders. Ouders vragen door en informeren zichzelf. Ze halen hun informatie niet alleen bij de eigen school, maar koppelen dit ook aan ervaringsgegevens van andere ouders. Naast omgaan met de veranderende omgangsvormen en verwachtingen van ouders en hun snel toenemende kennisniveau, moeten scholen ook nog een wet (passend onderwijs) implementeren. Dat maakt het extra complex.

Het schoolsucces van kinderen hangt in grote mate af van de rol van de ouders. Betrokkenheid tussen ouders en kind is een belangrijke voorspeller van dit succes (www.expertisecen- trumtop.nl). Leraren zijn passanten in het leven en in de leefwereld van een kind. Dat is een moeilijke rol, omdat ze veel zien, deskundigheid hebben, maar niet verder kunnen reiken dan de mogelijkheden van (de leefwereld van) dat kind.

Ongeveer twee derde van de vragen die binnenkomen bij Ouders & Onderwijs (momenteel een kleine duizend per maand) gaan direct of indirect over passend onderwijs. De vragen komen vaak onversneden binnen (‘weet u een advocaat die voor mijn kind het onderwijs kan regelen?’) en hebben bijna altijd betrekking op de thema’s ‘relatie’, ‘communicatie’ en ‘het gelijk’.

Relatie

Ouders van kinderen met speciale onderwijs- behoeften weten als geen ander hoe belangrijk de relatie is. Ze weten dat een prettige (school) dag erg afhankelijk is van de manier waarop de leerkracht de zorg voor hun kind vormgeeft.

Ouders zijn zelf primair verantwoordelijk voor hun kind, maar zijn een groot deel van de dag afhankelijk van de manier waarop onderwijs- professionals daar vorm en inhoud aan geven.

In beginsel zijn ouders bereid om die verantwoordelijkheid daar neer te leggen. Ouders vertellen vaak dat ze het ‘eerst een tijd hebben aangezien’ en ‘niet meteen aan de bel hebben willen trekken’. Dat moment – aan de bel trekken – is voor ouders vaak een grote stap. Het is immers nogal wat om de relatie op de proef te stellen met degene die overdag, zonder jouw directe toezicht, de verantwoordelijkheid draagt voor je kind.

Van professionals vereist dat sensitiviteit voor dit soort momenten. Ouders stellen vragen nooit ‘zomaar’, er zit opgebouwde zorg achter en er is moed voor nodig om vragen te stellen over de manier waarop de leerkracht de dingen doet. Dit is te voorkomen als er al lang voordat er ook maar sprake is van problemen, een relatie is tussen de leerkracht en de ouder, waarin het vanzelfsprekend is om zaken te bespreken. Dan zie je dat ouders vanaf het eerste moment meepraten over problemen en meedenken over oplossingen.

Ouders van kinderen die intensieve zorg nodig hebben, zijn als geen ander gewend aan de grillen van hun kind en hebben al vaak moeten improviseren in weer een nieuwe situatie. Hun rol in de relatie zou wat dat betreft actief meedenkend moeten zijn. Professionals zoeken vaak oplossingen door andere professionals te raadplegen, maar in de relatie met ouders liggen de oplossingen vaak zomaar voor het oprapen.

Communicatie

Er bestaan grote verschillen tussen ouders. Er zijn hoogopgeleide en ongeschoolde ouders, intelligente en zwakbegaafde ouders, er zijn ouders met veel eigen (financiële) mogelijk- heden en ouders die in sterke mate afhankelijk zijn van het aanbod dat er is.

Onderwijsprofessionals moeten met al deze ouders kunnen communiceren. Ze zijn immers verantwoordelijk voor de relatie met alle ouders. Dat valt niet mee. Het betekent dat ze informatie die bij ouders terecht moet komen, vooral moeten geven vanuit het perspectief van de ouders. Soms kan dat het beste met een nieuwsbrief, soms met een gesprek, soms met een telefoontje en soms met een bezoek. Zoveel ouders, zoveel manieren om te communiceren.

Ouders & Onderwijs ziet een duidelijke lijn in de vragen van ouders. De communicatie tussen school en ouders verloopt niet altijd goed en de verantwoordelijkheid is niet altijd duidelijk. Dat is deels een kwestie van vaardigheden (hoe communiceer ik met die ouder: begrijpen we elkaar en wat kan ik doen als dat niet het geval is?) en het heeft deels te maken met de organisatie van de communicatie.

Voor situaties rond passend onderwijs is communicatie extra belangrijk, omdat het schoolsucces van kinderen niet alleen afhankelijk is van de betrokkenheid van ouders, maar ook van het onderling vertrouwen tussen ouders en school. In situaties waarin aanpassingen nodig zijn, is een goede basis voor overleg noodzakelijk (Hoogeboom, 2010).

Als de leerkracht en de ouders er niet uitkomen, wordt er vanuit het onderwijs vaak ‘opgeschaald’: van de intern begeleider naar de schoolleider, naar een schoolbestuurder, naar het samenwerkingsverband. Er zijn een aantal stappen te maken als het niet lukt. Ouders hebben maar één escalatieniveau en moeten bij iedere ‘stap hoger’ weer opnieuw beginnen met het contact, en nemen daarbij de eventueel opgebouwde frustratie uit het vorige contact (of contacten) mee. Omdat het vertrouwen in een oplossing te lijden heeft onder deze opschaling, komt de oplossing daarmee niet altijd dichterbij.

Onafhankelijke ondersteuning van ouders moet in elk samenwerkingsverband geregeld zijn, maar we zien in de praktijk dat dit niet echt van de grond komt. Het zou enorm schelen als er professionele onafhankelijke ondersteuning beschikbaar is, die ouders ondersteunt in de communicatie met school (PO-raad e.a., 2017).

Het gelijk

Ouders hebben altijd gelijk. Ik heb het ooit zo opgeschreven, en hoewel de uitleg hiervan erg genuanceerd is, komt het nog steeds hierop neer. Alle ouders hebben altijd gelijk. Dit uitgangspunt helpt erg goed om in het werken met ouders oplossingen te vinden. Als professional ken ik ook de deskundige overwegingen, de objectieve en subjectieve gegevens waarop je professionele keuzes baseert. Maar ik weet ook dat oplossingen nooit tot stand komen zonder medewerking van de sleutelfiguren in de context van een kind. Dat zijn de ouders.

Een oplossing moet dus aansluiten bij de mogelijkheden van de ouders. Soms betekent dat dat je een paar professionele stappen terug moet doen. Misschien verraadt zich daar wel de ware professional: een oplossing is immers alleen van professionele kwaliteit als deze uitvoerbaar is. En uitvoerbaar is een oplossing pas als deze wordt gedragen door de ouders.

Voor de praktijk van passend onderwijs is dit extra belangrijk. Het is in het belang van kinderen dat de oplossing wordt gedragen door alle partijen. Strijd moet worden voorkomen. En dat is het gemakkelijkst als je als professional de verantwoordelijkheid neemt voor het voorkomen van strijd. Dat lukt als je uitgaat van het standpunt dat ouders gelijk hebben. Wanneer je dan ook nog rekening houdt met het feit dat ouders nooit verder kunnen reiken dan de eerstvolgende stap, voorkom je ook oeverloze besprekingen waarin ouders overtuigd moeten worden van de goede intenties en de werkbaarheid van de professionele oplossingen.

Wanneer ouders vanaf het begin deel zijn van het proces om tot oplossingen te komen, is het risico op professionele luchtfietserij niet zo groot. De ouders zullen je met de voeten op de grond houden. Zij hebben namelijk als geen ander belang bij oplossingen die werken.

Welkom

Het gaat dus om attitude. Of het nu gaat om het leggen en onderhouden van de relatie met ouders, om de manier waarop je met ouders communiceert, of om de wijze waarop je omgaat met ouders die niet instemmen met je professionele ideeën, het gaat erom hoe je daarin als onderwijsprofessional je houding bepaalt.

Ouders die goed contact hebben met de school van hun kind, noemen één overeenkomstig kenmerk: het contact met school begon met een welkomgevoel en de school wist dat gevoel door alle stormen en moeilijkheden heen vast te houden. Ondanks de duidelijke regels over zorgplicht, zijn er nog altijd ouders die dat welkome gevoel niet hebben en dan zoeken zij echt verder. Scholen waar ouders zich welkom voelen en die bij problemen niet ‘van zich af gaan organiseren’, hebben voor veel ouders een streepje voor. En belangrijker nog: die scholen kunnen zich over het algemeen meer (kleine) missers permitteren. Zolang daar maar op een open, eerlijke, zelf-reflectieve manier over wordt gesproken.

Kortom, zorg ervoor dat alle kinderen en hun ouders zich welkom voelen, en houd dat ook in zwaar weer vol. Weet je verantwoordelijk voor de relatie met de ouders, weet met wie je communiceert en blijf daarin kritisch kijken naar je eigen rol en naar wat daarin wel en niet werkt. Zorg dat oplossingen voor ouders uitvoerbaar zijn. Zet je professionaliteit in om het bewijs voor het gelijk van ouders te leveren in plaats van het tegenovergestelde. Het gaat immers om passend onderwijs en niet om passende kinderen.

Mark Weghorst is maatschappelijk werker en thema-adviseur bij Ouders & Onderwijs. Hij houdt zich onder andere bezig met passend onderwijs en de positie van ouders daarbij.

Meer lezen

https://www.oudersonderwijs.nl/nieuws/ ouders-hebben-altijd-gelijk/

Bronnen

  • Expertisecentrum TOP Taal Ouderbetrokkenheid Participatie. www.expertisecentrumtop.nl.
  • Hoogeboom, B. (2010). Ouders en schoolsucces in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies.
  • Meer, J. van der & Vriezen, M. (2017). De Staat van de Ouder. Utrecht: Ouders & Onderwijs.
  • PO-raad, VO-raad, Ingrado, Gedragswerk, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Welzijn, NJi, VNG (2017). Doorzettingsmacht organiseren. Utrecht: Steunpunt Passend Onderwijs VO.
  • Weghorst, M. Emancipatie door facebook. Blog op www.oudersonderwijs.nl