De negen innovatieprincipes van Charles Leadbeater werden opgevoerd in het innovatiemagazine van Revalidatie Nederland. Ergens anders in het blad stond het belang van het delen van je kennis. Ik heb daarom gemeend het artikel hier aan vast te mogen knopen. Als gezegd: met dank aan het innovatiemagazine van Revalidatie Nederland!
In de revalidatie en in veel andere organisaties gaat het tegenwoordig veel over Leanmanagement. Leanmanagement lijkt in de praktijk een middel te zijn (liever “tool”) waarmee leidinggevenden (managers) zich ontdoen van te hoge kosten en te lage productie. Verspilling is het toverwoord en het voorkomen van verspilling is een doel: doen we de dingen nog wel die noodzakelijk en van toegevoegde waarde zijn.
In het stuk over de negen principes lees ik op 8: Verspilling: met de uitleg daarbij dat er zonder verspilling geen innovatie zal zijn. Je zult immers iets uit moeten proberen om te weten of het werkt. En daarbij moet je jezelf fouten toestaan. Want zonder fouten leer je niets.
Dat lijkt in strijd met leanmanagement. Verspilling is daar immers een zonde. Misschien dat er daarom ook zo weinig geinnoveerd wordt in organisaties die zich op leanmanagement beroepen. Of zou het toch kunnen?
De eerste vraag is natuurlijk niet of het samen kan, maar of het moet. De vraag of een organisatie moet innoveren heb ik al eens eerder besproken. Mijns inziens kan geen organisatie zonder innovatie en zal iedere organisatie zich duurzaam bezig moeten houden met de dag van morgen. De organisatie die dat niet doet is ten dode opgeschreven.
De volgende vraag is dan of je wel mag verspillen in een lean-organisatie? Voor al die managers die wel van lean hoorden, maar er niet echt op doorgeleerd hebben zal verspilling en leanmanagement onverenigbaar blijven. Desalniettemin roepen ze wel dat ze innoveren. Dat kan natuurlijk niet.
Innoveren kan niet zonder overbodige productie. Je zult iets moeten proberen om te zien of het lukt. En soms gaat het mis of heb je iets bedacht dat niet werkt. Dan moet je het weggooien. De leanmanager zal over je schouder meekijken en iedere keer dat jij iets weggooit de verspilling verzuchten. Hij doet maar. Misschien is het belangrijkste product van innoveren wel verspilling. Is alles dat weggegooid wordt wel een belangrijker product dan dat wat je overhoudt. Daar zou ook de leanmanager het mee eens moeten zijn.
Uiteindelijk blijft het nadenken over het pas maken van managementgedachtes natuurlijk een heilloze zaak. Management was er immers om de praktijk te dienen en niet andersom. En in de praktijk is al lang bekend dat het maken van fouten onvermijdbaar en vooral zeer noodzakelijk is.