De afgelopen weken ben ik druk bezig met principes van aangeleerde hulpeloosheid. Dit begrip wordt goed duidelijk uit onderstaand filmpje:
Aangeleerde hulpeloosheid is al dat gedrag dat plaatsvindt als mensen niet meer zelf nadenken en verzuimen oplossingen te gaan verzinnen voor de dingen waar ze tegen aan lopen. Dit gedrag is te herkennen in alle situaties: in organisaties, waar iedereen de trap neemt wanneer er een briefje met “DEFECT” op de lift geplakt zit (en dat is echt waar! Zelf geprobeerd). In organisaties in vergaderingen, waarbij niemand zich meer afvraagt waarom ze daar zitten, maar gewoon komen omdat er een vergadering is gepland. In het onderwijs, waar iedereen inmiddels leert wat CITO kan meten, terwijl CITO meent dat ze meten wat er op school wordt geleerd. In uitkeringssituaties waarbij mensen wachten totdat de uitkerende instantie aangeeft dat er iets moet gebeuren. Op wachtlijsten waar gewacht wordt totdat mensen aan de beurt zijn. Bij verkeerslichten waarbij mensen wachten op groen licht, ondanks dat het vier uur ’s nachts, uitgestorven en stil is op straat.
Aangeleerde hulpeloosheid is het gevolg van een doorgeschoten controlebehoefte. In alle bovengenoemde situaties is er een controle-apparaat dat verzint dat het nodig is om mensen te wijzen op hun verantwoordelijkheid. Waardoor de mensen niet meer zelf verantwoordelijkheid nemen, maar andermans verantwoordelijkheid uitvoeren. Het is de dood in de pot voor innovatie, voor vernieuwing, voor vooruitgang. Eigenlijk precies zoals de mensen in het filmpje.
Er is nog een voorbeeld, hoewel schrijnender, van een vorm van aangeleerde hulpeloosheid. In onderstaand filmpje is te zien hoe de verkeerde interpretatie van een kind kan leiden tot ernstig misverstaan van dit kind. Aangeleerd hulpeloos? Ja, de juf, de ouders, de omstanders. Omdat ze alleen binnen de kaders kunnen denken en niet meer de mogelijkheid nemen om verder te kijken.
Het enige motto is om zelf na te blijven denken en eigen keuzes te blijven maken. Anders dreigen we net zo te eindigen als de proefpersonen in het Milgram-experiment.