Julio Iglesias Syndroom

(leestijd: 2 minuten)

Soms gebruik ik in mijn werk zelfbedachte metaforen. Eén daarvan is het “Julio-Iglesias-syndroom”. Ik leg hier graag uit wanneer ik die term gebruik en waar en hoe ik op deze term kwam.
Julio, ik zeg vanaf nu even Julio, heeft een verhaal. Niet dat hij dat zelf verteld heeft. Ik heb het ergens gehoord. Niet eens gelezen, maar vooral gehoord. Misschien wel bij Ivo Niehe. Want Julio is vast bij Ivo geweest. Ik mag vast ook Ivo zeggen, zoals Ivo ook alle groten en kleinen der aarde bij de voornaam noemt.
Het verhaal van Julio is dat Julio professioneel alleen gefotografeerd werd van één kant van zijn gezicht. Ik heb wel eens een poging gedaan om daar bewijs bij te leveren, maar daarmee ben ik gestopt. Er zijn teveel foto’s die het verhaal niet ondersteunen. Het verhaal dient echter een metafoor. En daarom hou ik het verhaal graag in stand.

Julio werd gefotografeerd van één kant omdat de andere kant te pokdalig was. Hij wilde er mooi opstaan. Voor de vrouwen, want vrouwen willen Julio. En Julio wil vrouwen. Julio had één goede kant. Dus die moest op de foto.

Het verhaal van Julio gebruik ik, met de syndroom-benaming en al, in geval er sprake is van mensen die net als Julio, niet hun totale zelf laten zien, maar alleen de goede kanten. Dat zijn er veel. Het lijkt een menselijke eigenschap dat mensen vooral hun goede kanten naar voren willen laten komen.

Op sociale netwerken is dit gedrag wellicht nog sterker. Waar in het normale menselijke verkeer er al sprake is van gebrek aan totaalzicht, op sociale netwerken is dit zo mogelijk nog sterker. Daar zie je bijna geen vlekken, pokdaligheden, of wat dies meer zij. Sterker nog: daar waar er al negativiteit heerst op een sociaal netwerk lijkt dit een uitingsvorm van hetzelfde Julio-Iglesias-syndroom.

Een volgende keer vertel ik over spiegelbeeldcorrecties en de gevolgen voor je eigen werkelijkheid.

Print Friendly, PDF & Email